Van Neurotisch Gedrag naar Levenskunst

 

 

 

 

Neurotisch

Normaal

Levenskunst

1

Afhankelijkheid

Heeft het gevoel sterk afhankelijk te zijn van de familie, de baan en de organisatie waartoe hij/zij behoort. Klampt zich daar angstig aan vast omdat zoveel van zijn/haar ego ervan afhangt. Kan "instorten" als een belangrijke afhankelijk­heids­relatie wordt verbroken.

Miskent de eigen behoefte aan onafhankelijkheid.

 

Is sterk afhankelijk van familie en vrienden voor zijn/haar identiteit maar heeft ook behoefte aan persoonlijke onafhan­ke­lijk­heid (typisch voor "adoles­centie­­rebellie").

Betreurt veel afhankelijk­heden in zijn/haar leven en zou wel onafhankelijker willen zijn maar is zelden bereid daarvoor de nodige risico's te nemen.

 

Heeft een sterk gevoel voor empathie, onderlinge afhankelijk­heid en synergie, maar is van niemand afhankelijk voor zijn/haar identiteit of eigenwaarde. Beseft dat alle mensen onderling van elkaar "afhankelijk" zijn om als individuele, gevoelige en meelevende menselijke wezens in gemeenschap te functioneren.

2

Alleen zijn

Vreest alleen zijn. Verwerpt bij zich­zelf en bij anderen de behoefte aan privacy en aan alleen zijn met zich­zelf. Is afhankelijk van een voort­durende externe steun voor zijn gevoel van "realiteit". Vreest dat anderen iets te verbergen hebben als ze alleen willen zijn. Maakt vaak inbreuk op de privacy van anderen.

 

Geeft er de voorkeur aan niet alleen te zijn maar kan ook "privé-ogenblikken" waarderen.

Gaat echter aan "eenzaamheids­depressie" lijden als hij/zij "te lang" alleen wordt gelaten.

Respecteert doorgaans wel de behoefte aan privacy van anderen maar begrijpt geen mensen die "te lang" alleen willen zijn.

 

Is even gelukkig alleen als bij anderen. Ziet het leven als een creatieve afwisseling van alleen zijn en samen zijn. Heeft geen last van "eenzaamheids­depressie" omdat hij/zij het goed vindt met zichzelf en weet dat er altijd mensen zijn om mee samen te zijn als hij/zij daar behoefte aan heeft.

3

Behoeften en waarden

Vrijwel uitsluitend gemotiveerd door fundamenteel fysiologische behoeften en externe verwach­tingen en beloningen. Weinig of geen belangstelling voor hogere behoeften van zichzelf of van anderen.

 

Zeer gemotiveerd door fysiologische behoeften en externe beloningen en signalen, maar in staat aandacht te hebben voor hogere waarden van zichzelf en van anderen.

 

Hoofdzakelijk gemotiveerd door hogere menselijke waarden en verlangens maar erkent ook fundamen­tele fysiologische behoeften.

Het zoeken naar waardigheid, schoonheid en rechtvaardigheid komt altijd op de eerste plaats.

4

Conformisme

Is in alles conformist. Voortdurend bezorgd of hij "het doet" zoals de meeste mensen of de "maatschappij" vinden dat het moet.

Raadpleegt vaak adviesrubrieken en houdt "trend­setters" in de gaten. Zal zonder veel nadenken de regels opvolgen en verwacht dat ook van anderen.

 

Houdt zich aan de meeste culturele normen en conformeert zich aan de meeste gewoonten. Is gevoelig voor "aanpassen" maar gunt zichzelf een zekere individualiteit. Is vooral een conformist in "belangrijke zaken" als carrière, politieke standpunten, woon­plaats, enz. Is in staat regels en normen te negeren als die duidelijk zinloos zijn.

 

Hecht geen positieve waarde aan conformiteit op zich of aan externe beloning of goedkeuring, evenmin als aan het niet-conformeren op zich. Verwerpt blind conformisme, vooral in "belangrijke zaken". Zal onbelangrijke regels en gewoonten moeiteloos negeren en zal ervoor ijveren om echt destructieve regels en gebruiken te veranderen.

5

Creativiteit

Totaal gebrek aan creativiteit bij alles in het leven. Geeft het creatieve in zichzelf weinig ruimte. Imiteert vrijwel altijd anderen maar betreurt in zijn hart hun dominantie over hem. Wordt geïntimideerd door echt creatieve mensen of door mensen met een onconven­tionele levensstijl.

 

Is alleen creatief of geeft alleen uitdrukking aan zijn individualiteit in bijzondere omstandig­heden.

Ziet weinig mogelijkheden voor creativiteit op het werk of in belangrijke relaties of gezins­situaties, maar kan mogelijkheden vinden in hobby's en "vrijetijdsbesteding".

 

Onconventionele levensstijl. Gebruikt in alle situaties zijn creatieve verbeelding en benadert alles in het leven vanuit een creatieve ingesteldheid. Imiteert anderen alleen als hij geen betere manier kan vinden om iets te doen.

Uit zijn creativiteit vooral in zijn beroep en in belangrijke persoonlijke relaties.

6

Dankbaarheid

Ziet uiterst zelden een reden om dankbaar te zijn. Ziet vooral al wat "niet gaat".

 

Ziet vaak wat "verkeerd" is maar beseft toch dat hij dankbaar kan zijn voor vele dingen die hij gekregen heeft zonder dat hij ze "verdiend" heeft.

 

Is dankbaar voor het feit dat hij kan deelnemen aan en bijdragen tot het grote proces van het leven. Draagt bij tot het verbeteren van  de onvolmaaktheden van het leven.

7

Doelgerichtheid - visie

Vertoont tekens van doelloosheid. Ziet weinig zin of betekenis in werk, relaties, enz.

Vindt het leven een voortdurende strijd.

Verkeert vaak op de rand van de paniek, zelfs als hij objectief gezien "veilig" is.

 

Ziet doel en betekenis op sommige terreinen van het leven maar is niet in staat alle terreinen tot een zinvol geheel te integreren.

Heeft vaak moei­lijk­heden op een of ander terrein, hoewel hij over het algemeen uiterlijk een "zekere" indruk maakt.

 

Heeft een sterk gevoel van doelgerichtheid op de meeste terreinen van het leven.

Door zijn visie en  wereldbeeld kan hij overal zin en betekenis ontdekken.

Heeft een groot gevoel van zekerheid als gevolg van een sterk gevoel van eigenwaarde.

8

Zwart/wit-denken

Dwangmatig zwart/wit-denken. Kan zelden twee zijden van de medaille zien. Ziet één kant en houdt daar star aan vast.

Plaatst de meeste mensen, dingen en ideeën in hokjes en is vaak verstoord als zijn oordeel over anderen niet blijkt te kloppen.

 

In veel opzichten een zwart/wit-denker, maar kan op sommige punten redelijk zijn als hij omzichtig wordt benaderd. Af en toe verstoord als zijn oordelen (etiketten) over anderen niet kloppen. Heeft vele vooroordelen (b.v. tegen minderheden) en verdraagt geen vage of onduidelijke situaties.

 

Flexibel denken. Gebruikt zelden zwart/wit-denken.

Ziet op de eerste plaats het geheel. Begrijpt de realiteit achter schijnbare tegenstrijdigheden.

Heeft een tolerante ingesteldheid.

Oordeelt nooit en is nooit verstoord door oordelen van anderen over hem

9

Eerbied voor het leven

Heeft weinig eerbied voor het leven of voor de mensheid als geheel.

Gelooft dat de meeste mensenlevens waardeloos zijn. Aanvaardt oorlog en geweld omdat dat in de aard van het menselijke ras ligt.

Alleen bezorgd om het leven van mensen die hem na staan.

Kan paranoïde zijn door het idee dat anderen even weinig om zijn leven geven als hij om dat van anderen.

 

Heeft een fundamentele eerbied voor elk menselijk leven, maar beperkt dit tot personen die hem na staan.

Hoopt dat oorlog en geweld ooit uitgebannen zullen zijn maar is daar pessimistisch over.

Aanvaardt competitie tussen mensen en naties om de grondstoffen van de aarde als onvermijdelijk, evenals honger, ziekte, enz. maar hoopt dat zijn naastbestaanden daarvan gespaard zullen blijven.

 

Ziet alle leven als heilig en alle mensen als evenwaardig. Zijn toewijding voor diegenen die hem dierbaar zijn, weerspiegelt zich in zijn belangstelling voor alle mensen en het welzijn van de hele mensheid.

Gelooft dat oorlog, geweld, honger en ziekten uitgebannen kunnen worden als de mensheid dat wil.

Wijdt zijn leven aan het verbeteren van het leven van iedereen en aan het bestrijden van onrecht.

10

Emotionele ervaring

Beleeft weinig emotionele hoogtepunten of intense momenten van flow in het heden.

Niet in staat angst voor de  toekomst en prestatie­gericht denken te overstijgen.

Niet in staat tot echte "natuurlijke hoog­tepunten". Voelt zich emotioneel vaak "dof" of "gedrukt".

 

Beleeft emotionele hoogtepunten en flow maar vraagt zich af waarom ze niet "intenser" zijn en niet vaker voorkomen en waarom het leven vaak zo saai en drukkend is. Accepteert doorgaans dat "het leven nu eenmaal zo is" zonder zich af te vragen wat hij kan doen om "intenser" te leven.

 

Is in bijna alle activiteiten in staat "flow" en "piekervaringen" te bereiken omdat hij die ervaringen in zijn leven centraal stelt, succes­gericht denken en prestatieangst overstijgt en creatief denkt over hoe hij nu meer kwaliteit van het leven kan beleven.

11

Geld

Geobsedeerd door geld. Voortdurend bezorgd over zekerheid op lange termijn of rijkdom als enige "objectieve" maatstaf voor zijn eigenwaarde. Zal om het geld werk blijven doen waar hij een hekel aan heeft maar kan zelden genieten van het geld dat hij heeft. Gewoonlijk gierig.

Kijkt neer op armen (zelfs als hij zelf arm is) en kijkt op naar rijken. Betreurt in zijn hart zijn afhankelijkheid van geld. Interne conflicten.

 

Geneigd zich te veel door geld in beslag te laten nemen maar is meer bezig met het materiële comfort en de "onafhan­kelijk­heid" die geld kan geven dan met het geld zelf. Meet zijn eigenwaarde meestal niet af aan geld. Zou graag rijker willen zijn, maar is niet bereid daartoe om het even welk werk te doen. Kan genieten van het geld dat hij heeft maar geeft het met enig schuldgevoel uit. Kan betrekkelijk vrijgevig zijn. Vaak conflicten om geld.

 

Geeft niets om geld. Doet werk dat zinvol voor hem is en leeft gelukkig met het geld wat dat werk toevallig oplevert. Ziet nooit de waarde van iemand in termen van geld. Als hij rijk wordt, zal het "bij toeval" zijn. Geniet van alle ervaringen, of ze geld kosten of niet. Geeft geld uit zonder schuld­gevoelens (maar niet zorgeloos).

Is heel vrijgevig voor mensen die het nodig hebben. Geen conflicten over geld.

12

Geluk

Ziet geluk als iets dat de mens overkomt en dat hij ook altijd weer kan verliezen. Kan zich alleen in bepaalde situaties goed voelen.

 

Ziet geluk als beloning van goede prestaties en goed je best doen in het leven. Heeft allerlei  omstandigheden, materiële bezittingen of presta­ties "nodig" om zich goed te kunnen voelen.

 

Beseft dat geluk een interne toestand is, een vorm van zijn die voor iedereen op elke plaats en op elk moment bereikbaar is en die niet afhankelijk is van bezittingen of prestaties.

Stelt geluk als prioriteit in het leven.

13

Gezondheid

Voortdurend angstig voor alle mogelijke ziekten en uiteindelijk voor de dood. Klaagt vaak over allerlei kwaaltjes. Is zeer afhankelijk van artsen en geneesmiddelen. Denkt niet dat hij zichzelf kan genezen. Gedomineerd door klachten over zijn gebreken.

 

Aanvaardt "normale" gezondheid zonder zich al te veel zorgen te maken. Ervaart af en toe "angst voor de dood". Is toch zeer afhankelijk van artsen en geneesmiddelen om weer gezond te worden als hem iets mankeert. Weet niet wat hij doen kan om een goede gezondheid te verwerven.

 

Streeft naar fysieke gezondheid met een minimum aan afhankelijkheid van artsen en genees­middelen.

Weet dat het in zijn vermogen ligt gezond en sterk te zijn. Vreest de dood alleen als dit een reële dreiging is.

14

Groepsgerichtheid

Zeer groepsgericht inzake waarden en zelf­identificatie. Vaak zeer chauvinistisch ten aanzien van gezin, buurt, beste vrienden, meest invloed­rijke kennissen, het beste restaurant, auto, enz. Voelt zich geroepen deze groepswaarden ten koste van alles te verdedigen en voelt zich persoonlijk bedreigd als iemand ze in twijfel trekt.

 

Een zeker groepschauvinisme maar voelt zich minder bedreigd door groeps­veranderingen of twijfels over zaken die hem na staan. Voelt zich betrokken bij menselijke problemen maar is toch meer gemotiveerd door groepsgevoel en nationaal chauvinisme dan door een oprechte liefde voor de mensheid.

 

"Wereldbewoner" en humanistisch inzake waarden en zelf­identificatie. Kan trots zijn op groepsprestaties als die een bijdrage leveren aan de mensheid, maar kan groeps- en nationaal chauvinisme ook bestrijden als dit niets goeds voortbrengt. Verwerpt alle vormen van etno­centrisme en ziet zichzelf allereerst als "mens".

15

Humor

Meestal weinig humor. Kan "afgezaagde" grappen vertellen of nu en dan geforceerd lachen (met de eigen grappen), maar dit houdt nooit verband met wat voor hem "doodernstig" is, met name zijn rigide en autoritaire opinies, hang naar status, enz.

Kan spontane humor niet waarderen en keurt dit vrijwel altijd af.

 

Houdt doorgaans van hartelijk lachen op het "gepaste" ogenblik (bijv. tijdens de koffiepauze) maar vaak ten koste van anderen, zelden om zichzelf of in verband met dat wat voor hem "doodernstig" is.

Kan spontane humor alleen in bepaalde omstandigheden waarderen.

 

Weet dat gevoel voor humor essentieel is voor alle aspecten van het leven en dat dit niet altijd lachen of leuk zijn inhoudt, maar de weerslag is van een totale aanvaarding van alle absurditeiten en excentriciteiten van het leven.

Houdt van hartelijk lachen wanneer de gelegenheid zich voordoet. Zal vaak om zichzelf lachen en houdt van spontane humor.

16

Idolen

Geneigd tot heldenverering. Vereert mensen waarmee hij zich kan identificeren. Raakt van streek als zijn idolen hem "laten vallen". Prijst bij anderen de grootheid van zijn idolen en is boos als anderen zijn verering niet delen of in twijfel trekken.

 

Heeft idolen en kan hen tot op zekere hoogte vereren maar accepteert dat zij ook mensen zijn. Heeft een voorkeur voor "grote historische figuren" en identificeert zich met "waar zij voor stonden". Kan hen verdedigen maar niet zo heftig dat hij een verlammende woede ervaart.

 

Heeft geen specifieke idolen. Ziet in dat er naast elke beroemde held miljoenen onbekende helden zijn. Ziet iedereen als held en bewondert en leert van de voorbeelden van individuen die de mensheid vooruit hebben geholpen. Heeft het echter te druk om via een ander te kunnen leven.

17

Intellectueel leven

Staat intellectueel vrijwel stil. Vaak anti-intellectueel. Vindt zijn ontwikkeling "af" bij het voltooien van zijn opleiding. Miskent zijn natuurlijke intellectuele nieuwsgierigheid en wantrouwt of benijdt anderen die er wel gevolg aan geven.

Geeft opper­vlakkige verklaringen over wat hij "vindt". Wordt boos als anderen hem "in verlegenheid" brengen met informatie die hij niet kende.

 

Zeer beperkt intellectueel gemotiveerd. Kan op enkele terreinen nieuws­gierig­heid tonen, meestal in zijn vrije tijd (amateurgeoloog, -tuinier of -me­te­oro­loog) maar zal zelden zijn volledige intellectuele kracht en nieuwsgierigheid op centrale levens­vraagstukken richten.

Voornamelijk geïnteresseerd in geestelijke ontwikkeling om "vooruit" te komen en in extern succes.

 

Intellectueel gemotiveerd door zijn natuurlijke nieuwsgierigheid en zijn drang om alle levenssituaties te onderzoeken.

Beseft dat elke ontwikkeling, in of buiten de school, op de eerste plaats zelfontwikkeling is.

Is in staat zijn intellectuele kracht te richten op elk terrein dat zijn nieuwsgierigheid wekt, vooral op levensvraagstukken.

18

Keuzen

Heeft het gevoel dat hij in zijn leven "geen keuze" heeft. Legt zich neer bij het idee dat zijn leven vooraf bepaald is: "je hebt geluk of je hebt het niet".

Is fatalistisch, ziet dingen of mensen (inclusief zichzelf) vaak als "hopeloos", valt ten prooi aan depressiviteit en wanhoop tenzij hij zich op externe zaken stort.

 

Vindt dat veel in zijn leven bepaald wordt door externe factoren zoals ras, sociale klasse, opvoeding en geluk, maar vindt ook dat mensen zich kunnen "verbeteren" door persoonlijke ambities en "de juiste keuzen" bij het spelen van maatschappelijke "spelletjes".

Een beperkt geloof in persoonlijke keuze weerhoudt hem van diepe wanhoop.

 

Ziet elk moment van het leven als een persoonlijke vrije keuze.

Verwerpt externe factoren als beperkingen van zijn mogelijkheden.

Houdt bij zijn eigen persoonlijke keuzen geen rekening met conventioneel bepaalde "ambitie" of "juiste keuze".

Gelooft in een onbeperkte vrije wil.

19

Klagen

Een chronisch klager over zijn eigen leven en over de wereld.

Gebruikt anderen vooral als "uitlaatklep" waar hij zijn klachten kan deponeren. Blijft liever over iets mopperen dan het te veranderen.

 

 

Heeft veel dingen waarover hij zich kan beklagen, maar uit zelden klachten en staat er niet lang bij stil. Kan gewoonlijk met anderen naar oplossingen zoeken.

Gaat niet zoeken naar dingen om over te klagen.

 

Ziet in het leven niets om over te klagen behalve als die "klachten" voorgelegd kunnen worden aan iemand die het probleem kan oplossen.

Een denker en doener, geen criticus.

20

Leren

Leert door lijden. Ondergaat het lijden en komt er slechts moeizaam en met veel tijd toe het lijden te "aanvaarden".

Blijft daardoor verbitterd en ontgoocheld over de anderen en over het leven.

 

Leert door resultaatsgericht denken.

Vraagt zich af wat hij uit dit lijden kan leren.

Kan daardoor het lijden gemakkelijker aanvaarden als een noodzakelijk kwaad. Kan daar soms bitter en ontgoocheld over zijn.

 

Leert door doelgericht denken.

Vraagt zich af welke plaats dit lijden in zijn levensvisie inneemt. Kent het onderscheid tussen neurotisch lijden en existentieel lijden. Komt daardoor tot meer inzicht in de loop van de dingen.

21

Lichamelijke functies

Voelt en uit vaak afkeer van fundamentele lichamelijke functies.

Vindt naaktheid, natuurlijke lichaamsgeur, seks, enz. vaak walgelijk en lichaamsbeweging saai.

 

Schaamt zich een beetje over lichamelijke functies maar houdt dit meestal voor zich en gaat er discreet mee om, omdat de mens "nu eenmaal een dier is". Neemt lichaamsbeweging hoofdza­ke­lijk voor de externe beloningen.

 

Respecteert zijn fundamentele lichamelijkheid en lichamelijke functies. Reageert onmiddellijk op alle behoeften van zijn lichaam.

Neemt lichaamsbeweging om de fysieke vreugde die hij eraan beleeft.

22

Liefde – waardering

Voelt zich door anderen niet bemind, niet gewaardeerd en niet gerespecteerd en verwijt ze "egoïstisch" te zijn.

Vraagt zich nooit af hoeveel liefde, waardering, of respect hij anderen schenkt.

 

Voelt zich tot op zekere hoogte door anderen bemind en gerespecteerd. Is ietwat vervreemd van de rest van de mens­heid. Kan liefde en respect schenken aan de eigen "groep". Kan zich ellendig voelen wanneer hij wordt "afgewezen".

 

Weet dat liefde en respect de persoon toekomt die ze cultiveert. Wordt oprecht bemind en gerespec­teerd door al wie zich net als hij open kan opstellen. Maakt zich geen zorgen over mogelijke "afwijzing" door anderen.

23

Lukken en mislukken

Vreest "mislukken". Vermijdt activiteiten waarin hij niet bedreven of ervaren is. Wordt boos op zichzelf of anderen wanneer hem iets niet lukt. Is niet in staat van mislukkingen te leren. Tracht vaak fouten te verhullen of te ontkennen. Kan anderen belachelijk maken omdat iets hen niet lukt.

 

Heeft een hekel aan "mislukken". Werkt hard om in alles te slagen. Eist dezelfde nadruk op succes van anderen.

Tolereert "mislukken" alleen als de prijs voor succes. Is maar af en toe in staat iets nieuws te proberen.

 

Denkt niet in termen van lukken en mislukken.

Ziet "mislukken" als een essentieel onderdeel van een leerproces. Is bereid bijna alles te proberen wat hem interesseert zonder drang om te "slagen".

24

Motivatie

Extern gemotiveerd: meet voortdurend de waarde van mensen af aan allerlei "statussymbolen". Zijn meningen worden hoofdzakelijk bepaald door externe signalen.

 

Is zich bewust van interne motivaties, maar toch hoofdzakelijk extern gemotiveerd. Wordt beïnvloed door externe beloningen. Zal soms externe signalen negeren en de voorrang geven aan het eigen geweten en verlangen.

 

Intern gemotiveerd: is zich volledig bewust van het externe beloning- en signaalsysteem maar geeft het niet meer aandacht dan het volgens zijn interne signalen verdient. Volgt naar beste vermogen zijn eigen individuele bestemming.

25

Onbekende

Vreest het onbekende. Houdt zich aan het vertrouwde en vreest en vermijdt een nieuwe omge­ving. Raakt van streek door elke verandering. Schermt zich af tegen vernieuwing.

 

Aanvaardt het onbekende maar zoekt het niet. Kan zich aanpassen aan veranderingen die zich voordoen, maar zal ze meestal niet zelf op gang brengen. Onderneemt weinig pogingen om zichzelf te veranderen.

 

Verwelkomt het nieuwe en houdt van het onbekende en het mysterieuze.

Zoekt verandering en zal met bijna alles in het leven experi­menteren. "De vreugde van het leven ligt in veranderingen".

26

Ontspanning - vakantie

Niet in staat zich te ontspannen. Ziet ontspan­ning als "nutteloos" en "zonde" van de kostbare tijd. Dit leidt tot grote geestelijke en lichamelijke spanning en "stress".

Is bij het "spel" dermate competitief en gespannen dat hij er niet van kan genieten. Maakt zich tijdens zijn vakantie zorgen over onbeduidende details.

 

Verwaarloost zijn behoefte aan ontspanning maar neemt er genoeg van om "gezond" te blijven. Kan zich zelden volledig ontspannen omdat hij zijn beslommeringen niet kan vergeten.

Vindt ontspanning een luxe die op de tweede plaats komt.

Kan min of meer van spel en vakantie genieten.

 

Beoefent de kunst van ontspanning omdat die essentieel is voor geluk, crea­ti­viteit en leven in het heden. Is een expert in regelmatige volledige ont­span­ning in de vorm van yoga, meditatie of manieren die hij zelf heeft ontdekt.

Maakt weinig onderscheid tussen "werken" en "vakantie" en is nooit pijnlijk gespannen.

27

Oordelen

Heeft over alles en iedereen een oordeel, vooral over wat al dan niet "aanvaardbaar" is.

 

Beseft dat oordelen altijd subjectief zijn maar streeft toch naar een "rationele" mening.

 

Kan het leven en de anderen aanvaarden zonder oordelen. Weet dat oordelen altijd vooral iets zeggen over de oordelende persoon.

28

Ouder worden

Aanvaardt ouder worden niet als een natuurlijk proces maar betreurt het en tracht het te ontkennen of te verbergen.

 

Aanvaardt ouder worden en weet dat hij dit niet kan tegenhouden.

 

Waardeert ouder  worden als de universele voorwaarde voor groei en wijsheid.

Ontkent noch verbergt zijn leeftijd.

29

Persoonlijke relaties

Heeft sterk het gevoel gezinsleden en vrienden te bezitten. Ziet hen als eigendommen die hij altijd bang is te verliezen. Valt vaak ten prooi aan intense en irrationele jaloezie.

 

Heeft starre ideeën over hoe anderen zich horen te gedragen en kan ver­scheurd worden door jaloezie. Snel van streek wanneer hij teleurgesteld wordt in de liefde.

 

Heeft niet het gevoel iets of anderen te bezitten. Begrijpt dat de zekerste manier om iets te verliezen eruit bestaat het te zeer vast te houden. Is immuun voor jaloezie in elke situatie.

30

Perfectionisme

Een dwangmatig en perfectionistisch planner. Voelt zich ongemakkelijk zonder een concreet plan en een concrete plaats voor alles en wordt boos of geïrriteerd als het plan niet strikt wordt gevolgd.

Besteedt meer tijd aan zich zorgen maken over het "programma" dan aan het genieten van een gebeurtenis.

 

Vindt dat er "regelmaat en orde" in het leven moet zijn (werken, eten, slapen) en geeft in de meeste gevallen de voorkeur aan een concrete en vaste tijdsindeling, maar kan soms ook van spontane gebeurtenissen genieten.

Maakt zich zelden veel zorgen  maar verkeist toch een goed "geregeld" leven.

 

Maakt plannen als die nodig zijn in concrete situaties.

Weet dat hij vaak met anderen moet samenwerken maar laat zich slechts in beperkte mate binden.

Geeft er de voorkeur aan veel ruimte te laten voor spontane gebeurtenissen.

31

Prestaties

Maakt zich op alle terreinen van het leven voortdurend zorgen over prestaties. Ergert zich en wordt depressief als anderen zijn prestaties op het werk, in de club, thuis, in bed, enz. niet voldoende waarderen.

Stelt eigenwaarde gelijk met geld en bezit.

 

Is "normaal" bezorgd over zijn presta­ties op de meeste terreinen van het leven, met speciaal gevoelige terreinen (baan, seks, sport, enz.).

Kan "povere prestaties" accepteren maar kan er ook erg van streek door raken.

Vertoont een sterke hang naar geld en bezit.

 

Heeft geen "prestatie-angst". Beseft dat je meer leert van zogenaamd "mislukken" dan van "succes".

Het maakt hem weinig uit hoe anderen zijn prestaties beoordelen.

Is niet gericht op bezit of prestatie.

32

Schoonheid

Weinig gevoelig voor schoonheid. Zeer bekrompen en starre ideeën over wat "mooi" is en waar dat te vinden is.

Ziet overal voorbeelden van lelijkheid.

Beoordeelt de schoonheid van mensen naar uiterlijk of status en vindt de meeste mensen lelijk. De onderdrukking van de behoefte aan schoonheid leidt tot een leven van saaiheid.

 

Gangbare ideeën over schoonheid en waar die te vinden is. Weinig aandacht voor het uitbreiden van de "conventionele normen", wat tot veel "blinde vlekken" leidt ten aanzien van het zien of creëren van schoonheid.

Beoordeelt schoonheid volgens geaccepteerde, externe culturele normen.

 

Ziet de hele wereld als prachtig en wonderlijk. Ziet onbeperkte variaties in schoonheid en onbeperkte mogelijkheden om schoonheid te vinden en/of te creëren.

Is voortdurend bezig met zijn allesoverheersend zoeken naar schoonheid en poëzie in het leven.

33

Schuldgevoelens

Voelt zich vaak schuldig. Voelt zich be- en veroordeeld, vooral in gezinssituaties, hoewel er vaak geen oordeel wordt geveld.

Vatbaar voor manipulatie door anderen op basis van irrationele schuldgevoelens.

Probeert op zijn beurt anderen schuldgevoelens te geven. Is voort­durend bezig met het zoeken van "schuldigen".

 

Voelt zich schuldig over bepaalde gedragingen maar voelt zich niet altijd veroordeeld. Is soms vatbaar voor manipulatie door anderen die hem schuldgevoelens "aanpraten".

Probeert soms anderen met schuldgevoelens te manipuleren.

Is vaak bezig met het zoeken van "schuldigen" maar kan gewoonlijk wel vergeten en vergeven.

 

Voelt zich alleen maar schuldig als zijn geweten hem zegt dat hij iets verkeerds heeft gedaan en reageert dan door de fout goed te maken en zo de schuldgevoelens te doen verdwijnen. Manipuleert nooit anderen met schuld­gevoelens en laat zich door ande­ren niet op die manier manipuleren.

Is niet bezig met het vinden van "schuldigen", maar zoekt hoe hij iets recht kan zetten.

34

Strijden en vechten

Ziet het leven als een strijd. Heeft altijd het gevoel dat hij tegen de stroom in moet gaan, nooit even kan stilstaan om op adem te komen en altijd op het punt staat door "de verraderlijke stroom" naar beneden te worden gezogen.

Innerlijk voortdurend angstig en gedomineerd door cyclussen van paniek, passiviteit en vechten.

 

Heeft het gevoel dat het leven bijna altijd een strijd is en is onzeker of hij dit onbekende terrein echt wel wil verkennen. Bang om te "verliezen".

Zou liever door ondiep water waden of op de oever zitten.

Afwisselend passivi­teit, vechten en meegaan.

 

Gaat mee met de stroom. Vecht nooit. Beseft dat vechten doorgaans negatieve energie is en dat waar gevochten wordt, alleen maar  verliezers zijn. Denkt, voelt en handelt vanuit positieve energie en zet zich in vóór in plaats van te strijden tegen. Voelt zich opgetogen over zijn meester­schap in het "leven" en over de schoonheid van zijn steeds veranderende leefwereld.

35

Verantwoordelijkheid

Geeft anderen of de "maatschappij" de schuld van het feit dat hij ongelukkig is. Schuift de verantwoor­de­lijk­heid voor zijn fouten af op zijn ouders, zijn baas, zijn familie, enz.

Wordt kwaad en afwerend wanneer anderen hem erop wijzen dat hij er zelf iets aan kan doen.

Is minder geïnteres­seerd in het oplossen van problemen dan in het maken van verwijten.

 

Geeft zelden anderen de schuld van zijn eigen fouten maar heeft het gevoel dat hij geen vat heeft op zijn leven en geeft daarvan de schuld aan "het leven".

Verspilt vaak tijd met het bekritiseren van anderen die hij in bepaalde situaties als "fout" ziet in plaats van aan een goede oplossing te werken.

 

Verspilt nooit tijd met anderen of de wereld de schuld te geven van zijn eigen fouten.

Beseft dat hij alles wat in zijn leven belangrijk is, in eigen hand heeft.

Kan bij zichzelf of bij anderen fouten zien, maar werkt aan het vinden van oplossingen in plaats van dit zichzelf of anderen persoonlijk te verwijten.

36

Vergelijken - wedijver

Vergelijkt zichzelf voortdurend met anderen. Is zich altijd bewust van wat anderen doen en hoe hij van hen verschilt. Is van streek als anderen volgens externe normen gunstig uit de bus komen. Kan prestaties van anderen kleineren om die van zichzelf groter te doen lijken.

 

Aanvaardt vergelijking en wedijver als "een feit" maar zelden als een kwestie van leven of dood. Lijdt vaak door “vergelijkingen” met anderen op gevoelige terreinen (baan, liefdesrelaties) maar zal gewoonlijk niet tot het uiterste gaan om gunstig bij anderen af te steken.

 

Verwerpt het spel van vergelijken en concurrentie. Gaat gewoonlijk zo op in wat hij doet dat hij weinig tijd heeft om te vergelijken met wat anderen doen, behalve als ze met hem samenwerken.

Schept vreugde in het succes van anderen als een bijdrage aan het welzijn van de mensheid.

37

Verleden en toekomst

Voortdurend bezig met het verleden en de toekomst. Staat vaak stil bij onrechtvaardigheden uit het verleden en/of bij "de goede oude tijd".

Wordt vaak overheerst door de toekomst en is gewoonlijk angstig over wat die brengen zal.

Maakt veel plannen om "het ergste" te voorkomen.

 

Houdt zich regelmatig met het verleden bezig en wordt vaak in beslag genomen door de toekomst. Maakt zich daar zorgen over maar gaat er meestal toch van uit dat "alles beter zal worden als...". Is zelden verlamd door spijt maar is ook zelden in staat geheel in het hier en nu te leven.

 

Ziet het verleden alleen als iets wat hem geleerd heeft hoe hij nu moet leven en de toekomst alleen als momenten om volledig te beleven zodra ze er zullen zijn. Maakt alleen plannen voor de toekomst voor zover die nodig zijn voor zijn doelstellingen in het leven. Leeft hoofdzakelijk volledig in het heden.

38

Volger - leider

Een volger, nooit een echte leider. Kan "ceremoniële functies" uitoefenen, toegekend door een autoritaire maat­schap­pij, maar volgt nooit zijn eigen inzichten bij het lanceren van nieuwe ideeën. Ontkent voortdurend zijn behoefte "zichzelf te zijn" maar betreurt in feite zijn status als "volger", wat tot innerlijke conflicten leidt.

 

Hoofdzakelijk een volger maar kan op bepaalde terreinen leiding geven en neemt verantwoordelijkheid voor zijn eigen inzichten als het om gewetenskwesties of echte inspiratie gaat. Ontkent vaak zijn behoefte "zichzelf te zijn" maar betreurt vaak zijn lot meestal een volger te moeten zijn.

 

Erkent geen "leiders" of "volgers", behalve als mensen ervoor kiezen zichzelf tot 'volger' te bestempelen. Volgt in alles zijn eigen inzicht.

Is geïnteresseerd als anderen het met hem eens zijn en met hem samen willen werken. Wenst echter geen gedachteloze discipelen maar mede­werkers die net als hij bereid zijn zichzelf te zijn.

39

Volwassen zijn

Veroordeelt "onvolwassen" gedrag van zichzelf en anderen. Laat zijn leven leiden door starre, oppervlakkige normen van "volwassen zijn". Veroordeelt spontaan of kinderlijk gedrag als "kinderachtig". Kan niet tegen gelijk welke vorm van "onvolwassenheid".

 

Eist van zichzelf meestal "volwassen", bezadigd, saai gedrag.

Tolereert kinderlijk gedrag alleen van kinderen die dat nog niet "ontgroeid" zijn. Keurt "onvolwassen" gedrag af, maar raakt er zelden erg door van streek of kwaad.

 

Weigert zijn gedrag of dat van anderen "volwassen" of "onvolwassen" te noemen.

Respecteert het groeipatroon van zichzelf en van anderen.

Waardeert kinderlijk gedrag op elke leeftijd en cultiveert het bij zichzelf.

40

Woede

Wordt vaak verlamd door irrationele woede. Is in veel situaties niet in staat zichzelf te beheersen of "juist" te denken. Vertoont heftige uitbarstingen die voor iedereen onaangenaam zijn.

 

Voelt vaak woede maar weet zich door­gaans redelijk te beheersen.

Kan woede en frustratie uiten maar vindt meestal een redelijke weg om de oorzaak weg te nemen.

Veroorzaakt zelden onaangenaamheden.

 

Kan soms woede voelen, vooral om onrecht­vaar­dig­heden, maar wordt erdoor gestimuleerd en niet verlamd. Bewaart zijn kalmte terwijl hij ijvert voor een creatieve en constructieve oplossing.

41

Zelfaanvaarding

Vindt vele aspecten van zichzelf onaangenaam. Voelt zich onaantrekkelijk, onintelligent en "beneden de middel­maat".

Wantrouwt zichzelf en anderen.

Heeft niet het gevoel erbij te horen.

 

Aanvaardt zichzelf meer met berus­ting dan met enthousiasme.

Heeft het gevoel dat hij ongeveer even "aangepast" is als anderen. Heeft wel het gevoel er bij te horen.

 

Is enthousiast over zichzelf, zonder spijt en zonder enig voorbehoud maar heeft geen tijd voor of behoefte aan eigenwaan.

Heeft sterk het gevoel bij de wereld en bij de mensheid te horen.

 

 

 

Naamloos-7kopie

 

 

>> naar boven